Jesaja 65 Een wolf en een lammetje zullen gezamenlijk weiden, een leeuw zal stro eten als een rund. |
1. | Engelen |
2. | Dieren |
3. | Mensen |
1. | In Genesis 1 zien we dat God de mens en (zoog)dieren op dezelfde dag geschapen heeft! Tevens geeft God de mens de opdracht voor de dieren te zorgen. God voorziet mens en dier van perfect voedsel. Ieder dier kreeg een naam, door Adam gekozen! In het oorspronkelijke Paradijs leefden mens en dier in harmonie met elkaar. We kunnen en mogen verwachten dat dit op de nieuwe aarde ook zo zal zijn! |
2. | In Genesis 6 lezen we iets opvallends:
Toen berouwde het den HEERE, dat Hij den mens op de aarde gemaakt had, en het smartte Hem aan Zijn hart. Dat dieren moesten sterven was het gevolg van het wangedrag van de mens! Opvallend is ook dat God niet alleen Noach en zijn familie gered heeft, maar ook veel dieren! God had ook Noach kunnen redden, en na de zondvloed een totaal nieuwe dierenwereld kunnen scheppen! In Genesis 7 lezen we vervolgens: Zij, en al het gedierte naar zijn aard, en al het vee naar zijn aard, en al het kruipend gedierte, dat op de aarde kruipt, naar zijn aard, en al het gevogelte naar zijn aard, alle vogeltjes van allerlei vleugel. En van alle vlees, waarin een geest des levens was, kwamen er twee en twee tot Noach in de ark. En die er kwamen, die kwamen mannetje en wijfje, van alle vlees, gelijk als hem God bevolen had. En de HEERE sloot achter hem toe. Hier valt op dat er dus dieren zijn met een geest des levens! Bovendien gehoorzamen de dieren God. Op de één of andere manier konden ze Gods stem verstaan. Deze dieren waren uitverkoren om de zondvloed te overleven, om de aarde opnieuw te vullen! In Genesis 9 lezen we dat God een verbond opricht: Maar Ik, ziet, Ik richt Mijn verbond op met u, en met uw zaad na u; En met alle levende ziel, die met u is, van het gevogelte, van het vee, en van alle gedierte der aarde met u; van allen, die uit de ark gegaan zijn, tot al het gedierte der aarde toe. Het verbond richtte God dus op met mens en dier! |
3. | In Jesaja 65 spreekt God over de nieuwe hemel en de nieuwe aarde (niet verwarren met het millennium dat eerder in Jesaja 11 genoemd wordt!):
De wolf en het lam zullen te zamen weiden, en de leeuw zal stro eten als een rund, en stof zal de spijze der slang zijn; zij zullen geen kwaad doen noch verderven op Mijn gansen heiligen berg, zegt de HEERE. |
1. | In Genesis 9 lezen we:
En Ik, zie, Ik maak Mijn verbond met u, met uw nageslacht na u, en met alle levende wezens die bij u zijn... Dit is het teken van het verbond dat Ik geef tussen Mij en u, en alle levende wezens die bij u zijn... God noemde in Genesis 9 dieren acht keer, als Hij over Zijn verbond sprak. Toen God Noach en zijn familie redde van de verdiende straf, redde Hij ook uitverkoren dieren! Na het oordeel herstelde God dus de aarde, inclusief uitverkoren dieren! De Bijbel leert ons dat er veel typebeelden (voorbeelden) zijn, waaruit we kunnen opmaken wat er gaat gebeuren. Uit de zondvloed kunnen we opmaken dat ook in de nieuwe hemel en op de nieuwe aarde uitverkoren dieren zullen zijn! |
2. | De uittocht van van Israël uit Egypte in het Bijbelboek Exodus is een letterlijke gebeurtenis, maar, het is ook een typebeeld van de Opname van de Gemeente. Het oordeel van God raakte Egypte keihard, maar Mozes en zijn volk werd gespaard. Na de negende plaag (duisternis) deed farao een aanbod:
Ga en dien de HEERE. Alleen uw kleinvee en uw runderen moeten achterblijven. Het antwoord van Mozes was duidelijk! Alle dieren moesten mee (niet slechts om te kunnen offeren). Geen enkel dier mocht achterblijven: Geen hoef zal achterblijven. God redde dus niet slechts Mozes en zijn volk, maar ook alle dieren! Ook hieruit kunnen we concluderen dat sommige dieren van de gelovigen gered zullen worden! Sommige theologen geloven zelfs dat de huisdieren van de gelovigen niet achterblijven bij de Opname van de Gemeente, maar, hoe dan ook: ook nu zien we, net zoals bij de zondvloed, dat zowel mensen als dieren gered worden! |