BEWIJZEN DE VERSCHILLENDE MENSSOORTEN GEEN EVOLUTIE?


Genesis 1
In den beginne schiep God den hemel en de aarde.

Evolutionisten beweren dat de vondst van fossielen en skeletten van menssoorten een bewijs zijn voor evolutie. "Wanneer we naar de anatomie van de huidige mens kijken en die vergelijken met de vele vondsten dan is daar een verschil te constateren. Een verschil in herseninhoud bijvoorbeeld. Die skeletten bewijzen dat er ook andere menssoorten zijn geweest en dat zou onmogelijk zijn wanneer we allemaal van Adam en Eva afstammen" is één van de beweringen, gemaakt door evolutionisten.

Homo australopithecus (Australopithecus sediba) is gevonden in Ileret, Koobi Fora, Fejej, Hadar, Kanapoi, Kromdraai, Laetoli, Chemeron, Chesowanja, Tabarin, Lothagam, Makapansgat, Belohdelie, Maka, Olduvaikloof, Omo, Peninj, Sterkfontein, Swartkrans, Taung, Uraha, Lomekwi; Homo erectus in in Koobi Fora, Lainyamok, Melka Kunture, Olduvaikloof, Salé, Swartkrans, Thomas Quarries, Tighennif, Nariokotome en Archaishe homo sapiens in Border cave, Broken Hill, Haua Fteah, Djebel Irhoud, Klasies, Bodo d'Ar, Olduvaikloof, Omo, Saldanha, Singa.

Feiten zullen we niet ontkennen. Als we de gevonden skeletten zo definieren, zijn ze ongetwijfeld ergens gevonden. Evolutionisten die op zoek zijn naar bewijs voor "aapmensen" zoeken vooral naar fossielen die anatomische uiterlijkheden vertonen die liggen tussen die van apen en die van mensen. Helaas heeft dit gezorgd voor veel vervalsingen en fraude. De meest opmerkelijke vervalsing was de Piltdown Mens, welke werd "ontdekt" in Engeland tussen 1908 en 1912. Het ging hier om een menselijk schedeldak en de onderkaak van een orang-oetan. De tanden hiervan waren gekleurd en bewerkt met een vijl om ze meer menselijk te laten lijken en om ze te laten passen bij de afmetingen van de tanden in de menselijke bovenkaak. Hoewel de vervalsing erg slecht gedaan was, heeft het de gehele gevestigde orde voor de gek gehouden. Het duurde tot 1953 voor dat de fraude werd geopenbaard. Tot die tijd (veertig jaar lang) was het zelfs het meest aangehaalde "bewijs voor de evolutie". De dringende behoefte van evolutionisten om de ontbrekende schakel te vinden heeft ook bijgedragen tot grove wetenschappelijke blunders. De meest opmerkelijke van deze was de Nebraska Man. Een tand van een varken in 1922 gevonden door Harold Cook, werd door de vooraanstaande evolutionist Dr. Henri Fairfield Osborn (toenmalig hoofd van Paleontologie van het Amerikaans Natuur historisch museum) aangeprezen als afkomstig te zijn van de eerste antropoïde (mensachtige) aap van Amerika. Hij noemde deze Hesperopithecus ("westelijke aap").

Hoe zit dat nu eigenlijk met de "bewijzen" voor aapmensen?

Homo australopithecus was 100% aap en geen mens of beetje mens en beetje aap!

Australopithecus ("zuidelijke aap") is de naam die aan in Afrika gevonden fossielen is toegekend. Evolutionisten beweren dat deze het dichts bij de voor mens en aap zogenaamde voorouder staan. Dr. Fred Spoor (anatoom en evolutionist) heeft onderzoek gedaan aan het binnenoorgebied met behulp van CAT-scans. Dit onderzoek laat zien dat hun halfcirkelvormige kanalen, die het evenwicht en de mogelijkheid tot rechtop lopen bepalen, het meest lijken op die van de (huidige) grote apen. De meest bekende australopithecine is "Lucy". Dit is een 40 % compleet skelet wat in 1974 door Donald Johanson in Ethiopië is gevonden. Genaamd Australopithecus afarensis. Modellen van Lucy's botten zijn wereldwijd door musea op zeer fantasierijke wijze gereconstrueerd om ze zoveel mogelijk op een aapvrouw te laten lijken. Dat wil zeggen met een aapachtig gezicht en hoofd maar een menselijk lichaam, handen en voeten. Het oorspronkelijk Lucy fossiel miste echter de bovenkaak, het merendeel van de schedel en de hand en voet beenderen! Verschillende andere exemplaren van Australopithecus afarensis hebben lange gekromde vingers en tenen van boombewoners. Ook hebben veel van deze voorbeelden de beperkte polsanatomie van op knokkels lopende chimpansees en gorilla's. Hierdoor zijn ook evolutionsiten zelf steeds meer gaan twijfelen aan "Lucy" als aapvrouw!

Een overduidelijk gecoordineerde propagandacampagne of, voor de minder cynisch aangelegden onder ons, een media-hype over gefossiliseerde botten is de Australopithecus sediba. Van deze Australopithecus sediba werd gedacht dat hij twee miljoen jaar oud is en hij werd door sommige media vol glorie binnen gehaald met "De ontbrekende schakel in de opkomst van de mensheid gevonden", die volgens experts "het verhaal van de evolutie van de mens kan herschrijven" (zie: Thom, G., Missing link found in ascent of man, Herald Sun, blz. 17, vrijdag 9 April, 2010). Men zou verwachten dat de botten zorgvuldig geanalyseerd zouden worden, voordat vastgesteld werd dat de fossielen van een mensachtige waren. Maar, het tegendeel was het geval! De ontdekking werd gedaan in een grottenstelsel in de buurt van Johannesburg (Zuid Afrika) en blijkbaar was een snelle blik op een sleutelbeen genoeg om Lee Berger, de eerste auteur van de studie, ervan te overtuigen dat het om een mensachtige ging (zie: Amos, J., South African fossils could be new hominid species, 8 april 2010). Het is zeer onwaarschijnlijk dat iemand zo snel een betrouwbaar oordeel hierover kan geven, zeker omdat "vergeleken met andere botten in het lichaam, het sleutelbeen één van de slechtst bestudeerde botten van het skelet is (zie: Aiello, L. en Dean, C., An Introduction to Human Evolutionary Anatomy, Academic Press, London, blz. 352, 1990). Het toont aan dat dit hele geval draait om ideeën over onze oorsprong die van te voren al vaststaan!

Als men de commentaren leest die aan de evolutionistische experts toegeschreven worden, wordt al snel duidelijk, dat men het oneens is over wat voor type mensachtige de fossielen van Australopithecus sediba representeren. In het bijzonder is het de vraag of ze tot het geslacht Homo of Australopithecus behoren en ook wat voor rol ze speelden in de evolutie van de mens. Het wordt ook duidelijk dat Lee Berger zich niet direct populair maakt bij veel van zijn mede-paleoantropologen, van wie sommigen niet erg complimenteus commentaar op hem leverden. In een artikel in The Weekend Australian schreef 's lands beste correspondent Hedley Thomas: "De bekende paleoantropoloog Tim White van de Universiteit van Californië gaf zeer af op Berger naar aanleiding van de uitgave van zijn meest recente boek The Official Field Guide to the Cradle of Humankind (De Officiële Veldgids naar de Wieg van de Mensheid). White noemde het 'In veel opzichten slechter dan nutteloos, gegeven de verbazingwekkende hoeveelheid fouten en misleidende uitspraken". Hij voegde toe dat het een storend "patroon van verzinsels'"vertoonde.

De vondst bestaat uit een bijna complete schedel en een gedeelte van de rest van het skelet (postcraniaal - alles vanaf de nek omlaag) van een jonge man (MH1) van naar schatting 11 of 12 jaar oud, plus bovenkaakstanden, een gedeeltelijk van een onderkaak en een gedeelte van de rest van het skelet van een volwassen vrouw (MH2) (zie o.a: Berger, L.R., de Ruiter, D.J., Churchill, S.E., Schmid, P., Carlson, K.J., Dirks, P.H.G.M. en Kibii, J.M., Austalopithecus sediba: A new species of Homo-Like Australopith from South Africa, Science, 328:195-204, 2010.). Verder zijn de botten van minstens twee andere individuen gevonden, onder wie een klein kind en een volwassen vrouw, maar die vondsten moeten nog gepubliceerd worden. De auteurs van de studie plaatsen de fossielen in het geslacht Australopithecus en denken dat de "ouderdom en algemene morfologie van A. sediba impliceren dat hij hoogstwaarschijnlijk afstamt van A. africanus en meer geëvolueerd is in de richting van Homo dan A. afarensis, A. garhi en A. africanus"

Creationisten beschouweden alle 'australopithen' als uitgestorven aapachtigen, die niets met de evolutie van de mens te maken hadden (zie: Line, P., Fossil evidence for alleged apemen-Part 2: non-Homo hominids, TJ, 19(1):33-42, 2005.). Evolutionisten hebben buiten het geslacht Homo nog veel meer geslachten met vermeende mensachtigen gecreëerd dan het oorspronkelijke geslacht Australopithecus en deze zogenaamde mensachtigen worden soms informeel 'australopithen' genoemd, onafhankelijk van het geslacht waarin ze geplaats zijn (zie: Relethford, J.H., The Human Species: An Introduction to Biological Anthropology, Seventh Edition, McGraw-Hill, New York, blz. 268, 2008). Als groep worden ze dus australopithen genoemd, maar als meer specifiek gesproken wordt, wordt de geslacht-, of soortnaam gebruikt. De term "australopithecine" slaat specifiek op leden van het geslacht Australopithecus.

Er zijn zeker goede redenen waarom Australopithecus sediba in het geslacht Australopithecus hoort en niet in het geslacht Homo. Het geschatte volume van de schedel is 420 cm3 en dat valt binnen de mensaap/Australopithecus grenzen, net als de geschatte lengte van 1.3 meter en de relatief lange armen. Kate Wong schrijft dat Fred Spoor 'opmerkte dat hoewel het hersenvolume en de vorm van de kiezen op die van Australopithecus lijken, de vorm van de ruimte voor de hersenen en de grootte van de kiezen toch aan Homo doet denken'. Wong noemt ook het vlakkere gezicht van Australopithecus sediba als zijnde een kenmerk van Homo. John Hawks wijst in zijn weblog op overeenkomsten tussen de schedel van Australopithecus sediba en van Australopithecus africanus (STS 71 en STS 52) uit Sterkfontein en stelt: 'mijn indruk is dat behalve de schedel, de Malapa botten binnen A. africanus passen'.

Bovenstaande tegengestelde meningen zouden goed opgelost kunnen worden als Australopithecus sediba een individu is met kleine hersenen van het type dat door evolutionisten vaak als Homo habilis geclassificeerd is. (Dit wordt algemeen gezien als een ongeldig taxon (zie: Line, P., Fossil evidence for alleged apemen-Part 1: the genus Homo, TJ, 19(1):22-24, 2005) waarvan de meeste leden allang in het geslacht Australopithecus geplaatst hadden moeten worden). Dit mag dan niet goed in een evolutionistisch schema passen, het zou goed in het creationistische plaatje passen. Er is altijd al wat onzekerheid geweest rondom de status van sommige exemplaren van Homo habilis, vooral omdat er behalve schedels maar weinig andere botten waren, die eenduidig aan Homo habilis toegeschreven konden worden. Sommige evolutionistische experts hebben voorgesteld om de Homo habilis onder te brengen in het geslacht Australopithecus, terwijl anderen gewezen hebben op overeenkomsten met de Homo erectus in een aantal van de fossiele schedels. Gezien dit feit, en gezien de afwezigheid van andere botten die duidelijk bij de schedels horen, is het moeilijk de status van Homo habilis te verduidelijken, en als gevolg hiervan wordt deze soort vaak beschreven als een 'vuilnisbak', oftewel een vergaarbak voor moelijk-te-classificeren fossielen. Voordat Berger Australopithecus sediba ontdekte was de gangbare evolutionistische overtuiging dat de australopithecinen evolueerden tot Homo habilis, die op zijn beurt weer evolueerde tot Homo erectus. Dit zou nu kunnen veranderen. Van een creationistisch uitgangspunt kan gezegd worden dat, als de botten van onder het hoofd van Australopithecus sediba lijken op exemplaren van Homo habilis en de schedel op Australopithecus, dit betekent dat de vondsten die Homo habilis genoemd werden, ook australopithecine-achtige apen waren.

Een citaat van Berger in een krantenartikel luidt dat Australopithecus sediba "aapachtige armen had, primitieve polsgewrichten en korte, maar krachtige gekromde vingers, en verassend genoeg ook een bekken bezit dat duidelijk ontwikkeld is om op bijna gelijke wijze als wij op de grond te lopen" en dat ze "nog altijd in bomen konden klimmen, dat is duidelijk door de lange armen, maar ze konden goed op twee benen lopen" (zie: Thomas, H., A new face on our distant past, The Australian, blz. 15, vrijdag 9 April, 2010). Hier is dus een schepsel dat blijkbaar een bovenlichaam heeft dat is ontworpen om in bomen te klimmen, wat zelfs vanuit evolutionistisch perspectief betekent dat dat een belangrijk aspect van zijn levensstijl was, net als de boombewonende apen van tegenwoordig. Het belangrijkste probleem voor deze beweringen is het heupbeen, dat door de auteurs beschouwd wordt als ver geëvolueerd (of afgeleid). Dat heupbeen was gedeeltelijk bewaard gebleven en wordt in het artikel in meer detail besproken (inclusief een vergelijking met MH1). Een probleem met het interpreteren van functionele aspecten van de kenmerken in de heupbotten en de botten van het onderste deel van de benen in de australopithecinen, is dat de neiging bestaat om a priori aan te nemen dat de spieren een menselijk patroon volgden en niet in een aapachtig patroon georganiseerd zijn. Ook is het moeilijk het belang in te schatten van claims als een 'Homo-achtige morfologie vergeleken met andere australopithecinen' voor de heupbeenderen van MH1, als men niet de mogelijkheid heeft de verschillende heupbeenderen van diverse vermeende mensachtige soorten te onderzoeken. Michael Balter schrijft in zijn commentaar in Science: "Maar anderen zijn niet overtuigd door het Homo-argument. De weinige karakteristieken die door A. sediba en Homo gedeeld worden, kunnen te wijten zijn aan normale variatie binnen de australopithecinen of aan de juveniele status van de jongen, meent Tim White, een paleoantropoloog aan de Universiteit van Californie, Berkeley. Deze karakteristieken veranderen als een mensachtige groeit en de kenmerken van een jonge Australopithecus kunnen vergelijkbaar zijn met die van oeroude volwassen mensen. Hij en anderen, zoals Ron Clarke van Witwatersrand, denken dat de nieuwe fossielen behoren tot een nog laat overlevende versie van A. africanus [die niet meer algemeen als menselijke voorouder gezien wordt] of een nauw verwante zustersoort daarvan".

Volgens Ker Than is de mening van antropoloog Bernard Wood dat "Australopithecus sediba's armen te lang - te aapachtig - zijn en dat de soort niet zo goed is aangepast aan het rechtop lopen als sommige wetenschappers verwachten van de directe voorouder van de eerste mensen". Het moet ook benadrukt worden dat, zelfs als sommige australopithecinen, zoals Australopithecus sediba, rechtop liepen, dat nog geen bewijs is dat ze onderweg waren om mensen te worden. Volgens Charles Oxnard, autoriteit op het gebied van evolutie, "verschillen sommige eigenschappen [opperarmbeen, enkels en middenhandsbeentjes] van de australopithecinen duidelijk meer van mensen en Afrikaanse apen, dan deze groepen van elkaar verschillen.

In feite bestonden er al andere uitgestorven apen die op twee voeten liepen, zoals Oreopithecus bambolii, die geen veronderstelde voorloper van de mens is, omdat zijn evolutionaire datering (gedacht wordt dat hij 7 tot 9 miljoen jaar geleden leefde...) te vroeg is en omdat hij op een locatie (Toscane, Italië) gevonden werd die ongeschikt is als wieg voor 'vroege aapmensen'. Volgens de auteurs die het exemplaar onderzochten, leken delen van het bekken van Oreopithecus bambolii op dat van Australopithecus afarensis en zijn dijbeen toonde een "uitgesproken diaphyseale [middenstuk] hoek gecombineerd met gewrichten van ongeveer gelijke grootte, vergelijkbaar met Australopithecus en Homo en functioneel gecorreleerd met tweevoetigheid".

Homo Erectus was een mens!

De volgende is Homo Erectus oftewel "rechtopgaande mens". Opgravingen van deze fossielen tonen het gebruik van gereedschap, gecontroleerd gebruik van vuur, dat ze hun doden begroeven en sommige rode oker gebruikten voor decoratie. De grootte van hun hersenen, hoewel kleiner dan de gemiddelde moderne mens ligt binnen de menselijke variaties. Recent onderzoek toont bewijs van zeevaart. De CAT scans van dr. Spoor laten zien dat zijn houding gelijk was aan de onze. Er zijn zelfs evolutionisten die toegeven dat ze eigenlijk tot de zelfde soort behoren als de moderne mens (Homo Sapiens). Men kan dus terecht aannemen dat ze slechts een variatie zijn op de werkelijke mens (zoals we dat nog steeds overal om ons hen kunnen zien, vergelijk een eskimo eens met een neger of een Chinees eens met een West Europeaan)..

Neanderthalers waren mensen!

Neanderthalers woonden in Europa en het gebied rondom de Middellandse zee. De onderzoekers die voor het eerst van fossielen een reconstructie maakten, gaven hem een voorovergebogen (dat is aapachtig) uiterlijk. De vroege reconstructies leden echter sterk aan een grote mate van evolutionistische vooringenomenheid. Daarbij komt nog het feit dat veel exemplaren leden aan botziektes zoals rachitis (Engelse ziekte), veroorzaakt door vitamine D gebrek gedurende de kindertijd, wat kan resulteren in het buigen van het skelet. Een oorzaak van het gebrek aan vitamine D is te weinig zonlicht, wat in overeenstemming is met het leven in de ijstijd na de zondvloed. Moderne reconstructies van Neanderthalers geven een heel ander beeld en zijn consistent met de opvatting van creationisten dat ze volledig mens zijn. De kleine variaties in hun skelet ten opzichte van de gemiddelde moderne mens, inclusief het gemiddeld grotere schedelvolume zijn in principe niet afwijkend van andere fysieke verschillen tussen verschillende groepen mensen heden ten dage. Deze variaties zijn aangetoond als consistent met de genetische eenheid van het mensdom. Ondanks pogingen om met behulp van DNA fragmenten uit een Neanderthaler bot het tegendeel te bewijzen, claimen zelfs evolutionisten dat ze toch echt tot de Homo Sapiens (de moderne mens, wij dus) moeten worden gerekend.

Het laatste punt is dat evolutie of schepping niet bewezen of verworpen kan worden op grond van het uitzoeken van vermeende aapmensen of mensachtige fossielen, omdat deze altijd onderworpen zijn aan verschillende interpretaties. Een van de redenen waarom er geen fossielen van aapmensen zijn, is dat evolutie onmogelijk is. Natuurlijke selectie vindt plaats en mutaties worden ook geobserveerd. Het probleem voor evolutionisten is echter dat natuurlijke selectie alleen bestaande informatie uitzoekt, het kan niet de informatie creëren die nodig is voor nieuwe lichaamstructuren. Mutaties zijn willekeurig en meestal slecht voor het organisme. Zelfs in de paar voorbeelden waarin ze voordelig waren, creëren mutaties niet de nieuwe informatie die noodzakelijk is voor evolutie van microbe naar mens, ze veroorzaken eerder een verlies aan informatie (bijvoorbeeld het verlies van vleugels in een kever die op een windig eiland leeft).

Natuurlijke selectie die toevallige mutaties selecteert, is een blind proces dat niet in de toekomst kan kijken. Daarom kan natuurlijke selectie het selectieproces van mutaties, die 'later op de weg' nodig zouden zijn, niet beïnvloeden om de juiste DNA volgorde te krijgen om voor een specifiek gen te coderen. Als het al iets doet, verwijdert natuurlijke selectie elke mutatie die op weg was naar een nieuwe structuur, omdat die geen doel dient, tenzij die functioneel is. Toch lijkt het erop dat zelfs natuurlijke selectie ons genoom niet effectief kan schoonhouden van nadelige mutaties, in het bijzonder diegenen die maar een beetje slecht zijn (bijna neutraal). Daarom verslechtert ons genoom van generatie op generatie. Simpel gezegd: Mensen kunnen als soort niet over miljoenen jaren geëvolueerd zijn, omdat er geen levensvatbaar mechanisme is om informatie in het genoom te doen toenemen en omdat de ophoping van fouten (mutaties) in het genoom in die hypothetische tijd het onmogelijk maken dat het nog steeds functioneel zou zijn. Dat betekent dat, als het evolutionaire scenario met zijn miljoenen jaren waar zou zijn, wij nu uitgestorven zouden zijn.

In de Bijbel lezen we hoe God het universum, de aarde, de dieren en de mens gemaakt heeft. We lezen tevens dat de mens de relatie met God verziekt heeft. In diezelfde Bijbel kan je ook lezen hoe God de relatie met de mens hersteld heeft, door Jezus naar aarde te zenden! Jezus is de Zoon van God. In de Bijbel kan je veel meer over Hem lezen! In Johannes 14 zegt Jezus: Ik ben de Weg, en de Waarheid, en het Leven. Niemand komt tot den Vader, dan door Mij. Je kunt dus direct tot Jezus en direct via Jezus tot God bidden! Dit hoeft niet volgens een vast ritueel, iedereen mag de naam van Jezus aanroepen om tot God te komen! We nodigen je van harte uit dit te doen!

Heb je Jezus Christus nog niet aanvaard als God en Verlosser? Heb je de gratis gift van gerechtigheid nog niet ontvangen, maar wil je het wel? Lees dan Romeinen 10:9 en bid dan bijvoorbeeld onderstaand gebed:

Hemelse Vader. Ik aanvaard Jezus Christus als God en Verlosser. Ik geloof dat Jezus voor al mijn zonden gestorven is, en dat Hij uit de dood is opgewekt. Door het geloof in Uw Woord ontvang ik redding. Ik dank U voor de vergeving van al mijn zonden. AMEN.

Vragen? Gebed of hulp nodig?
Bel of mail ons →


info@gelooft.com | Facebook