Hebreeën 11 Het geloof nu is een vaste grond der dingen, die men hoopt, en een bewijs der zaken, die men niet ziet. |
• | Israël houdt stand, ondanks militaire acties en rechtzaken Jesaja 54 Alle instrument, dat tegen u bereid wordt, zal niet gelukken, en alle tong, die in gericht tegen u opstaat, zult gij verdoemen; dit is de erve der knechten des HEEREN, en hun gerechtigheid is uit Mij, spreekt de HEERE. Jesaja 54 handelt over Israël en de terugkeer van de joden naar het land Israël. God zegt dat Hij ervoor zorgt dat de joden weer bijeengebracht worden in het land. In Jesaja 54:17 lezen we dat mensen pogingen zullen doen om dit ongedaan te maken. Ze zullen wapens gebruiken of "in het gericht" (via de rechter) de joden proberen te verdrijven. Jesaja schrijft dat die pogingen niets zullen uithalen. Het voeren van rechtszaken tegen Israël is overigens riskant. Wie zoiets doet, wordt door God schuldig verklaard, meldt dit vers ook. Sinds de joden weer in Israël wonen zijn ze vele malen militair aangevallen. Ook is juridisch geprobeerd de joden het recht op hun land te ontzeggen. Alle pogingen hebben niets uitgehaald. |
• | Verwoesting van Tyrus Ezechiël 26 Het gebeurde in het elfde jaar, op de eerste van de maand, dat het woord van de HEERE tot mij kwam: Mensenkind, omdat Tyrus van Jeruzalem gezegd heeft: Haha! Ze is verbroken, de poort van de volken! Haar macht is op mij overgegaan. Ik zal vol worden, de stad is verwoest, daarom, zo zegt de Heere HEERE: Zie, Ik zál u, Tyrus! Ik zal vele heidenvolken tegen u laten opkomen, zoals de zee zijn golven laat opkomen. Die zullen de muren van Tyrus te gronde richten en zijn torens omverhalen. Ja, Ik zal zijn gruis van hem wegvegen en het tot een kale rots maken. Het zal een droogplaats voor sleepnetten worden, midden in de zee, want Ík heb het gesproken, spreekt de Heere HEERE. Het zal een buit voor de heidenvolken worden, en zijn dochters die op het veld zijn, zullen met het zwaard gedood worden. Dan zullen zij weten dat Ik de HEERE ben. Want zo zegt de Heere HEERE: Zie, Ik ga Nebukadrezar, de koning van Babel, de koning der koningen, uit het noorden naar Tyrus brengen, met paarden, strijdwagens en ruiters, en een verzamelde strijdmacht en veel volk. Hij zal uw dochters op het veld met het zwaard doden en een schans tegen u maken, een belegeringsdam tegen u opwerpen en schilden tegen u opheffen. Het beuken van zijn stormrammen richt hij tegen uw muren, en met zijn houwelen breekt hij uw torens af. Vanwege de menigte van zijn paarden, zal hun stof u overdekken. Uw muren zullen beven vanwege het geraas van ruiters, wielen en strijdwagens, wanneer hij door uw poorten zal binnentrekken, zoals men een opengebroken stad binnentrekt. Hij zal met de hoeven van zijn paarden al uw straten stuktrappen. Uw volk zal hij met het zwaard doden en uw sterke zuilen zullen ter aarde storten. Zij zullen uw vermogen roven, uw handelswaren plunderen, uw muren omverhalen en uw begerenswaardige huizen afbreken. Uw stenen, uw hout en uw gruis zullen zij midden in het water werpen. Ik zal het lawaai van uw liederen doen ophouden en het geluid van uw harpen zal niet meer gehoord worden. Ik zal u maken tot een kale rots. U zult een droogplaats voor sleepnetten worden. U zult niet meer herbouwd worden, want Ík, de HEERE, heb gesproken, spreekt de Heere HEERE. Ezechiël 26 beschrijft de verwoesting van Tyrus. De profetie uit Ezechiël 26 voorspelde al dat er vele heidenen tegen Tyrus zouden optrekken. Tyrus ligt in het huidige Libanon aan de kust. In de tijd van Ezechiël lag een deel van de stad aan de kust, de rest op een eilandje net uit de kust, in zee. Tyrus werd van 586 v.Chr. tot 573 v.Chr. belegerd door de Babylonische koning Nebukadnezar, maar het lukte hem niet het gedeelte dat in zee lag in te nemen. In het jaar 332 voor Christus belegerde Alexander de Grote Tyrus. Veel bewoners vluchtten per schip naar het eilandje, in de veronderstelling dat ze veilig waren. Alexander maakte de stad aan de kust met de grond gelijk en gebruikte het puin van de huizen om een dam te bouwen naar het eilandje. Het was daarna een peulenschil om het in te nemen. Op satellietfoto's is goed te zien hoe het eiland nog steeds aan het vaste land vast zit. Overigens beweert Ezechiël niet dat Nebukadnezar Tyrus volledig zal vernietigen. In de eerste zin van de profetie wordt duidelijk dat vele heidenen (dus niet Nebukadnezar alleen!) Tyrus zouden aanvallen. In de laatste zin, wordt de totale vernietiging beschreven: Ik zal u maken tot een kale rots. U zult een droogplaats voor sleepnetten worden. U zult niet meer herbouwd worden, want Ík, de HEERE, heb gesproken, spreekt de Heere HEERE |
• | Terugkeer van de joden naar Israël - Joden zullen per vliegtuig terugkeren in Israël Jesaja 11 Want het zal geschieden te dien dage, dat de Heere ten anderen male Zijn hand aanleggen zal om weder te verwerven het overblijfsel Zijns volks, hetwelk overgebleven zal zijn van Assyrie, en van Egypte, en van Pathros, en van Morenland, en van Elam, en van Sinear, en van Hamath, en van de eilanden der zee. En Hij zal een banier oprichten onder de heidenen, en Hij zal de verdrevenen van Israel verzamelen, en de verstrooiden uit Juda vergaderen, van de vier einden des aardrijks. Maar zij zullen den Filistijnen op den schouder vliegen tegen het westen, en zij zullen te zamen die van het oosten beroven; aan Edom en Moab zullen zij hun handen slaan, en de kinderen Ammons zullen hun gehoorzaam zijn. |
• | De profeet Jesaja voorspelt dat de Joden (die verspreid zijn over de aarde) door God teruggebracht worden naar Israël.
Hij schrijft "voor de tweede keer". De eerste keer was waarschijnlijk de terugkeer na de Babylonische ballingschap. Het is duidelijk dat deze profetie in vervulling is en gaat: miljoenen joden zijn inmiddels teruggekeerd naar Israël vanuit alle delen van de aarde. Jesaja 14 beschrijft dat de joden zullen vliegen en neerstrijken op de schouder van de Filistijnen in het westen. De Filistijnen woonden in een deel van de westelijke kuststrook. De schouder is het bovenste gedeelte daarvan. Hier ligt Luchthaven Ben-Gurion. "Het is de belangrijkste en grootste luchthaven van Israël, en tevens de enige met internationaal lijnverkeer" (Wikipedia). De meeste joden die terugkwamen in hun land, landden per vliegtuig op deze luchthaven. In het tweede deel van dit vers staat dat de joden hun hand uitstrekken tegen Edom en Moab, en de Ammonieten zullen hun gehoorzaam zijn. Edom, Moab en de Ammonieten zijn volken in het huidige Jordanië. Mogelijk gaat het hier om de westelijke Jordaanoever, die na 1950 werd bestuurd door Jordanië maar in 1967 door Israël is terugveroverd. Isaac Newton concludeerde uit dit vers dat de joden ooit vliegend terug zouden komen. Tijdgenoot Voltaire maakte hem belachelijk door te zeggen dat vliegen niet kan. Hij wees hem erop dat als de mens sneller zou gaan dan 100 km per uur, zijn huid zou smelten. Overigens is er in Jesaja 11 duidelijk sprake van een feitelijk vliegen, en niet van een metafoor. |