Mattheüs 19 En zie, er kwam iemand naar Hem toe en die zei tegen Hem: Goede Meester, wat voor goeds moet ik doen om het eeuwige leven te hebben?
Want met één offer heeft Hij hen die geheiligd worden, tot in eeuwigheid volmaakt.
"Moeten we geven?", is een veelgestelde vraag door en aan Christenen? Moeten we geven? En, waarom wel of waarom niet? Laten we eens de opvallende overeenkomsten en de opvallende verschillen tussen het verhaal van de rijke jongeman uit Mattheüs 19 en het verhaal van de rijke tollenaar uit Lukas 19 met elkaar vergelijken.
In Mattheüs 19 stelde een rijke jongeman aan Jezus een vraag:
"Goede Meester, wat voor goeds moet ik doen om het eeuwige leven te hebben?"
Jezus' antwoord was eenvoudig: "wilt u tot het leven ingaan, neem dan de geboden in acht."
De rijke jongeling verdedigde zichzelf met de woorden: "Al deze dingen heb ik in acht genomen van mijn jeugd af; wat ontbreekt mij nog?"
Waarop Jezus hem opriep zijn spullen te verkopen en Hem te volgen: Jezus zei tegen hem: "Als u volmaakt wilt zijn, ga dan heen, verkoop wat u hebt, en geef het aan de armen, en u zult een schat hebben in de hemel; en kom dan en volg Mij."
De jongeman droop verdrietig, teleurgesteld af. Hij was immers "de rijke" jongeman, met de nadruk op rijk. Er stond veel op het spel. De jongeman hing aan zijn geld. Hij kon er geen afstand van doen. En dus ging hij weg. "Bedroefd", zoals de Bijbel vermeldt. En het is opvallend dat we nergens lezen of hij iets gaf of niet.
Deze rijke jongeman kwam met een behoorlijk arrogante houding naar Jezus. Eerst klinkt het heel vroom, "wat voor goeds moet ik doen om het eeuwige leven te hebben?", maar was deze man echt zo hongerig naar het onderwijs van Jezus? Al snel blijkt dat deze man vooral bezig was zichzelf te bewijzen en zichzelf te rechtvaardigen: "Al deze dingen heb ik in acht genomen van mijn jeugd af."
Wat zo fascinerend is, is dat Jezus deze jongeman behoorlijk uitdaagt. Iets later wordt een prostituee bij Jezus gebracht die gestenigd moet worden en dan is Jezus enorm liefdevol en genadig. Waarom dat verschil? Jezus legt de lat extreem hoog voor de rijke jongeling. Jezus doet dit, omdat deze man zelf Gods goedkeuring en acceptatie wilde verdienen! Hij wilde het niet ontvangen, hij wilde het verdienen!
De rijke jongeling wilde weten, wat hij doen moest, aan welke wetten hij zich moest houden, om goedgekeurd (rechtvaardig) te worden. En, opvallend is, dat wanneer dat onze houding is, dan drijft Jezus ons tot het punt van waanzin. Hij legt de lat nog hoger!
Wil jij het op eigen kracht doen? Wil je weten wat je moet doen om "recht te hebben" op de goedkeuring van God? Jezus antwoordt deze rijke jongeling naar zijn vraag. Het resultaat is bedroefdheid, verdriet. Want hij kon het niet!
Hoe zit het dan met dat verhaal uit Lukas 19? Er zijn overeenkomsten. Zacheüs was rijk, heel erg rijk. Hij was een tollenaar, een belastinginner en waarschijnlijk ook nog een fraudeur, een enorme zondaar. Maar ook deze man, Zacheüs, was net als de rijke jongeman gefascineerd door Jezus. Hij wilde Hem ontmoeten! Hier houden de overeenkomsten op. We lezen dat hij vanwege zijn kleine postuur in een boom klom, zodat hij vanuit die boom Jezus kon zien. Hij drong zich niet op aan Jezus. Maar Jezus zag hem. En Jezus deed een intieme en bijzondere uitnodiging:
"Zacheüs, haast u en kom naar beneden, want heden moet Ik in uw huis verblijven."
Jezus naar het huis van de Zacheüs! De tollenaar! De zondaar! En de mensen begonnen te praten...
"Hij is bij een zondige man binnengegaan om daar Zijn intrek te nemen."
Een rijke jongeman die zich aan de wet hield was toch veel logischer geweest? En Jezus zei niet eens, "Zacheüs, verkoop eerst al je spullen, kom terug en volg mij, dan kom ik naar jouw huis!" Jezus toonde een diep gebaar van acceptatie en liefde, van genade.
Wat was het gevolg?
"Zie, de helft van mijn goederen, Heere, geef ik aan de armen, en als ik van iemand iets heb afgeperst, geef ik dat vierdubbel terug."
Jezus had nergens om gevraagd. En toch opende Zacheüs zijn hart, zijn huis en uiteindelijk ook zijn portemonnee. De wet, zelfrechtvaardiging zorgt ervoor dat we "bedroefd afdruipen", een gesloten hart, een gesloten portemonnee. Het is genade en acceptatie wat bij Zacheüs het tegenovergestelde bewerkt!
"Heden is dit huis zaligheid ten deel gevallen, omdat ook deze een zoon van Abraham is."
Kies jij voor zelfrechtvaardiging, of ontvang je Zijn genade en acceptatie? Werken zijn een gevolg, nooit een voorwaarde!
Heb je Jezus Christus nog niet aanvaard als God en Verlosser? Heb je de gratis gift van gerechtigheid nog niet ontvangen, maar wil je het wel? Lees dan Romeinen 10:9 en bid dan bijvoorbeeld onderstaand gebed:
Hemelse Vader. Ik aanvaard Jezus Christus als God en Verlosser. Ik geloof dat Jezus voor al mijn zonden gestorven is, en dat Hij uit de dood is opgewekt. Door het geloof in Uw Woord ontvang ik redding. Ik dank U voor de vergeving van al mijn zonden. AMEN.