Titus 3 .... niet op grond van de werken van rechtvaardigheid die wij gedaan hadden, maar vanwege Zijn barmhartigheid, door het bad van de wedergeboorte ....
Misschien heb je er wel eens van gehoord? "Wedergeboorte". De Bijbel leert ons dat alleen wedergeboren mensen het Koninkrijk van God kunnen zien. Zonder wedergeboorte ben je geen Christen. Hoe zit dit nu? En, is de wedergeboorte een speciale gebeurtenis?
Kort samengevat: de wedergeboorte is het logische gevolg van het aannemen van Jezus Christus als Verlosser. Het is dus een zeker weten dat Jezus Christus de ware God en Verlosser is!
In Johannes 3 lezen we:
Jezus antwoordde: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Als iemand niet geboren wordt uit water en Geest, kan hij het Koninkrijk van God niet binnengaan.
Jezus sprak over een bovennatuurlijke, geestelijke geboorte door de Heilige Geest. Bij de wedergeboorte komt Gods Geest in de geest van de mens wonen (niet in de ziel! Lees meer over "Geest, ziel en lichaam)". Wedergeboorte volgt direct op de bekering.
Bekering is een keuze
Bekering is één van de belangrijkste leerstellingen binnen het Christendom, een leerstelling die echter vaak niet goed wordt begrepen! Veel kerkgangers worstelen met hun geloof, zoeken en bidden om meer geloof, terwijl in werkelijkheid niet het geloof maar de bekering het probleem is. Deze mensen hebben nooit een echte bekering meegemaakt. Regelmatig lezen we in de Bijbel de oproep tot bekering, zoals in Lukas 13:
Er waren juist op dat tijdstip enigen bij Hem, die Hem berichtten over de Galileeërs van wie Pilatus het bloed met hun offers vermengd had. En Jezus antwoordde en zei tegen hen: Denkt u dat deze Galileeërs grotere zondaars zijn geweest dan alle andere Galileeërs, omdat zij zulke dingen geleden hebben? Ik zeg u: Nee, maar als u zich niet bekeert, zult u allen evenzo omkomen. Of die achttien, op wie de toren in Siloam viel en die daardoor gedood werden, denkt u dat zij meer schuld hebben gehad dan alle andere mensen die in Jeruzalem wonen? Ik zeg u: Nee, maar als u zich niet bekeert, zult u allen evenzo omkomen.
In Mattheüs 3 lezen we een volgende oproep tot bekering:
Bekeer u, want het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen.
Veel Farizeeën en Sadduceeën wilden zich laten dopen, maar, Johannes de Doper waarschuwde:
Toen hij velen van de Farizeeën en Sadduceeën op zijn doop zag afkomen, zei hij tegen hen: Adderengebroed! Wie heeft u laten weten dat u moet vluchten voor de komende toorn? Breng dan vruchten voort in overeenstemming met de bekering.
De betekenis van het Hebreeuwse woord "bekering" (Oude Testament) is "omdraaien", "terugkeren" of "omkeren". Het Griekse woord "bekering" in het Nieuwe Testament betekent letterlijk "van gedachten veranderen". Ofwel bekering is een innerlijke beslissing (gevolgd door daden die daaraan beantwoorden). Iemand kan een trouw kerklid zijn, in eigen ogen het juiste doen, maar toch de Bijbel op tal van punten betwijfelen en geen relatie hebben met Christus. Van werkelijke bekering is dan geen sprake; zo iemand zal dan ook geen echte vrede en harmonie in zijn of haar leven ervaren.
Wanneer de Joden aan Petrus vragen wat ze moeten doen antwoordt Petrus in Handelingen 2:
Bekeer u en laat ieder van u gedoopt worden in de Naam van Jezus Christus, tot vergeving van de zonden; en u zult de gave van de Heilige Geest ontvangen.
Deze tekst laat zien dat bekering in uiterlijke daden tot uitdrukking komt en dat de bekering met de doop is verbonden. De doop is hier het zichtbare teken van de bekering. Nu is het niet zo dat iemand die niet gedoopt is, niet bekeerd is of kan zijn (een Christen wil wel gedoopt worden!). Feit is wel dat een bekering gepaard gaat met zichtbare tekenen en een zeker weten. Er is een einde gekomen aan jouw eigen manier van denken, jouw eigen mening, jouw eigen wil. Je verruilt jouw oude leven voor Gods nieuwe manier van leven. Je verandert van koers, je bent een nieuw mens, een nieuwe schepping (de wedergeboorte!):
2 Korinthe 5 Daarom, als iemand in Christus is, is hij een nieuwe schepping: het oude is voorbijgegaan, zie, alles is nieuw geworden.
In de gelijkenis van de Farizeeër en de tollenaar in Lukas 18 legt Jezus uit wat zelfrechtvaardiging inhoudt:
En Hij sprak ook met het oog op sommigen die van zichzelf overtuigd waren dat zij rechtvaardig waren en alle anderen minachtten, deze gelijkenis: Twee mensen gingen naar de tempel om te bidden. De één was een Farizeeër en de ander een tollenaar. De Farizeeër stond daar en bad dit bij zichzelf: O God, ik dank U dat ik niet ben zoals de andere mensen: rovers, onrechtvaardigen, overspelers of ook als deze tollenaar. Ik vast tweemaal per week. Ik geef tienden van alles wat ik bezit. En de tollenaar bleef op een afstand staan en wilde ook zelfs zijn ogen niet naar de hemel opheffen, maar sloeg op zijn borst en zei: O God, wees mij, de zondaar, genadig. Ik zeg u: Deze man ging gerechtvaardigd terug naar zijn huis, in tegenstelling tot die andere. Want ieder die zichzelf verhoogt, zal vernederd worden en wie zichzelf vernedert, zal verhoogd worden.
De Farizeeër is uitermate tevreden met zijn godsdienstige levensstijl. Hij houdt zich aan bepaalde regels en gebruiken (hoewel die deels zelf bedacht zijn). Zelfrechtvaardiging bestaat dan ook uit het houden van een aantal zelfgekozen regels, die echter, hoe vroom ze ook lijken, niet Gods regels zijn. Een wedergeborene mag zeker tevreden zijn met zijn of haar leven, en mag (moet!) zeker vertrouwen op Gods zegeningen, maar, niet uit eigen werken, maar gerechtigheid uit geloof!
Een mooi beeld van oprechte bekering lezen we in Lukas 15:
En Hij zei: Een zeker mens had twee zonen. En de jongste van hen zei tegen zijn vader: Vader, geef mij het deel van de goederen dat mij toekomt. En hij verdeelde zijn vermogen onder hen. En niet veel dagen daarna maakte de jongste zoon alles te gelde en reisde weg naar een ver land en verkwistte daar zijn vermogen in een losbandig leven. En toen hij er alles doorgebracht had, kwam er een zware hongersnood in dat land en begon hij gebrek te lijden. En hij ging heen en voegde zich bij één van de burgers van dat land, en die stuurde hem naar zijn akkers om de varkens te weiden. En hij verlangde ernaar zijn buik te vullen met de schillen, die de varkens aten, maar niemand gaf hem die. En nadat hij tot zichzelf gekomen was, zei hij: Hoeveel dagloners van mijn vader hebben brood in overvloed en ik kom om van honger. Ik zal opstaan en naar mijn vader gaan en tegen hem zeggen: Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en tegenover u. En ik ben het niet meer waard uw zoon genoemd te worden. Maak mij als één van uw dagloners. En hij stond op en ging naar zijn vader. En toen hij nog ver van hem verwijderd was, zag zijn vader hem en deze was met innerlijke ontferming bewogen en hij snelde hem tegemoet, viel hem om de hals en kuste hem. En de zoon zei tegen hem: Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en tegenover u. Ik ben niet meer waard uw zoon genoemd te worden. Maar de vader zei tegen zijn dienaren: Haal het beste gewaad tevoorschijn en trek het hem aan en geef hem een ring aan zijn hand en sandalen aan zijn voeten. En breng het gemeste kalf en slacht het, en laten we eten en vrolijk zijn. Want deze, mijn zoon, was dood en is weer levend geworden. En hij was verloren en is gevonden. En zij begonnen vrolijk te zijn.
De Vader was steeds naar (de terugkeer van) zijn zoon blijven verlangen, maar hij kon niets doen totdat de zoon zelf de eerste stap had gezet. En wat een welkom viel hem toen ten deel! Zijn oudste broer daarentegen reageerde boos op zijn thuiskomst. In zijn hart was opstand tegen zijn vader. Hoe keurig hij uiterlijk ook leefde, ten diepste rebelleerde hij tegen (de keuze van) zijn vader.
Ook nu verlangt God naar jouw terugkeer! God heeft alles gegeven:
Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.
Enige dat jij "moet" doen is Gods aanbod aannemen!
Heb je Jezus Christus nog niet aanvaard als God en Verlosser? Heb je de gratis gift van gerechtigheid nog niet ontvangen, maar wil je het wel? Lees dan Romeinen 10:9 en bid dan bijvoorbeeld onderstaand gebed:
Hemelse Vader. Ik aanvaard Jezus Christus als God en Verlosser. Ik geloof dat Jezus voor al mijn zonden gestorven is, en dat Hij uit de dood is opgewekt. Door het geloof in Uw Woord ontvang ik redding. Ik dank U voor de vergeving van al mijn zonden. AMEN.